Tour de France

Genoten van de Tour

Toeschouwertje langs de koers

De dag na het einde van de Ronde van Frankrijk is altijd een klein zwart gat. Ineens is er geen etappe meer, geen beelden meer van schitterende plekjes in Frankrijk, geen afzien meer voor de renners. En voor mijzelf als tv-bewonderaar in de VS: geen ochtendroutine meer. Sinds vorig jaar kun je aanhaken bij de Tour de France Femmes, dus is er geen zwart gat meer, maar desalniettemin een mooi moment om even terug te blikken op de herentour
Vanwege het tijdverschil met Frankrijk is de Tour hier altijd in de ochtend. Perfect voor mij: als de etappe gedaan is, heb je nog de hele dag voor je. Toen ik net in Amerika woonde, kon ik m'n geluk niet op. In 2005 keek ik het slot van de etappes vaak vanuit bed, met een kop koffie en een broodje. Heerlijk! Dat was overigens de laatste keer dat Lance Armstrong won, met doping, maar dat wist ik toen nog niet.
De Tour is natuurlijk een lange reclame-spot voor Frankrijk. Altijd al geweest. In 1980 zag ik mijn eerste Tour (met dank aan mijn klasgenootje Misja van Gilst en het bordspel Homas Tour), en jaar in jaar uit zag ik het mooiste van Frankrijk aan me voorbijtrekken. Ongetwijfeld speelde het mee om ja te zeggen tegen het NOS-aanbod om in 2011 correspondent in Parijs te worden. Het vooruitzicht dat de Tour letterlijk om de hoek zou zijn. In de eerste zomer ben ik met mijn gezin naar de Champs-Elysées gegaan om de laatste rit te zien. We zaten op een goeie plek en zagen de renners zestien keer langs zoeven. De Australiër Cadel Evans won de Ronde toen, de massasprint in Parijs werd gewonnen door Mark Cavendish. Het jaar erna gingen we naar de voorlaatste etappe even buiten Parijs: een tijdrit. Ik dacht in eerste instantie: 's ochtends naar de etappe met mijn zoontje, en dan 's middags de favorieten op de buis zien. Maar we vonden het zo gezellig in het dorpje, we hadden goeie plekken dus we zijn de hele dag daar gebleven. Voor mij als superfan een hoogtepunt, hoewel ik later nog veel dichter bij de renners zou komen.

GENOTEN


Anno 2023 heb ik genoten van de Tour. Ik moet zeggen dat na de onthullingen over Lance Armstrong mijn liefde voor de Ronde bekoelde. Ik werd er een beetje cynisch over en voelde me bedrogen. Niet alleen door Armstrong, maar feitelijk door alles en iedereen rondom de Tour.
Tijdens COVID keerde de liefde terug, met name in de zomer van 2020 door de spannende ontknoping in de tijdrit: de piepjonge Tadej Pogačar versloeg de gedoodverfde favoriet Primož Roglič. Pogačar was geen eendagsvlieg en won het jaar erop nogmaals. In het jaar daarop moest ie z'n meerdere erkennen in de Deen Jonas Vingegaard. Kenners meenden dat Pogačars ploeg niet opgewassen was tegen de machine van Vingegaard. In 2023 moest dat anders, vonden ze.
Ook in 2023 was Vingegaard de beste. Het team van Pogačar was versterkt, maar het mocht niet baten. Het team van Jumbo-Visma was minstens zo goed. Ik dacht altijd dat ze Roglič zouden missen: immers het samenspel van Vingegaard en Roglič bracht Pogačar in 2022 ten val. Maar in 2023 werd de Sloveen gesloopt zonder zijn landgenoot.
Voor Amerikanen viel er veel te genieten dit jaar. Het begon met Neilson Powless die in de tweede etappe aanviel en de bolletjestrui won. Hij zou het tricot tien dagen dragen in de Tour, en daarmee gaf ie een Amerikaans teintje aan de Ronde van Frankrijk. In de geschiedenis van de Ronde was het niet eerder voorgekomen dat een Amerikaan King of the Mountains werd, dus Powless was bezig met een bijzondere prestatie. Powless is de eerste native American die deelneemt aan de Tour dus ook in dat opzicht een unieke renner. Uiteindelijk moest hij het afleggen tegen de Italiaan Giulio Ciccone die simpelweg sterker was in het hooggebergte.

Kuss


Zoals zo vaak waren de bergen ook dit jaar de beslissende factor in de race. Wat een prachtig parkoers trouwens. Niet de eerste week een serie massasprints, maar meteen vanaf dag één de heuvels in.
Daar heb ik ook wel bijzondere herinneringen aan. 2013 was het jaar van Bau en Lau, van Bauke Mollema en Laurens ten Dam die onverwachts een uitstekende Ronde reden. Op quatorze juillet ging de race naar de Mont-Ventoux en de NOS wilde graag een verslag langs de kant van de weg. Daar zei ik geen nee tegen.
Met mijn cameraman Jean-Jacques Feron was ik al vroeg op pad. Het werd een geweldige dag waarbij we een groepje Nederlandse fans volgden aan de voet van de Mont-Ventoux. Precies de flankerende reportage die aansloot bij het wedstrijdverslag dat de collega's van Studio Sport maakten. De renners kwamen langs en de klim begon. Maar toen het tijd was om te gaan monteren, met het oog op het Achtuurjournaal, raakten we - leken die we waren - volledig vast in de Tourkaravaan. We konden geen kant meer op, en ik voelde de deadline dichterbij komen. Het vele netwerken gedurende de dag, op zoek naar Nederlandse fans, bracht uitkomst. Jean-Jacques en ik waren een Nederlander tegengekomen die verderop een prachtig huis had. We vroegen of we bij hem mochten monteren en werken. Hij redde de uitzending. Jean-Jacques en ik zaten prinsheerlijk achter de computer in de achtertuin uit te kijken op het zwembad. Ik had 's ochtends thuis in Parijs in de gauwigheid nog een rennertje van Homas Tour in mijn broekzak gestoken. Dat werd uiteindelijk het eindshot van de reportage. Mollema en Ten Dam kwamen op een kleine achterstand van ritwinnaar Chris Froome binnen.
Tien jaar later had Pogačar had geen schijn van kans in de Tour van 2023: in de meeste analyses lees je dat ie simpelweg te weinig getraind had na een val in Luik-Bastenaken-Luik. En hij stuitte op de Man met de Hamer op de col de Loze.
Zelf denk ik ook dat een Amerikaan de nagel in Pogačars doodskist is geweest: Sepp Kuss. Voor de zoveelste maal was hij de meesterknecht van Jumbo-Visma in de bergen. De man uit Colorado, opgegroeid in de Rocky Mountains, zoon van een wintersport-coach, is in z'n element als het omhoog gaat. In de Giro had hij Roglič al aan de zege geholpen, in de Tour Vingegaard. De laatste man die voor Vingegaard tempo ging rijden. Sloopwerk voor de concurrentie. Pogačar wist met korte demarrages Vingegaard nauwelijks in de problemen te brengen, en het constante hoge tempo van Kuss en de Jumbo-Visma's berokkende misschien onbewust meer schade dan gedacht. Met Kuss in de ploeg als helper in de bergen heeft Jumbo-Visma inmiddels al vijf grote rondes gewonnen.
Kan de Amerikaan voor eigen kansen gaan? Experts denken dat hij tekort schiet in de tijdritten. Eerder was er wel gedacht aan kopman-rol voor Kuss maar voor hem kwam het als een bevrijding toen de ploegleiding hem vertelde dat hij dat niet (meer) hoefde te ambiëren. Ik vind dat jammer. Ik denk dat Kuss in staat is om de eerste Amerikaanse King of the Mountains te worden. Misschien iets voor volgend jaar?