Amerikaans B-elftal verslaat Venezuela maar overtuigt niet

De Amerikaanse bondscoach Mauricio Pochettino heeft een opvallende baan. Hij verdient zo’n 6 miljoen dollar per jaar om het Amerikaanse team naar de wereldtitel te leiden. Dat is geen sinecure, al was het maar omdat de VS (nog) geen voetballand is. Amerika organiseert het volgende WK (samen met Canada en Mexico) en is dus automatisch geplaatst. Dat is mooi, want dan doe je tenminste mee met een toernooi in eigen land. Maar het is ook lastig, omdat je dus geen kwalificatierondes speelt. Met andere woorden: je speelt nooit om de knikkers, alleen maar vriendschappelijke wedstrijden.

Voor Pochettino zijn dat dus een handvol wedstrijden om het beste elftal te vormen, tien wedstrijden ten hoogste. Dan wil je zoveel mogelijk je beste mannen aan de slag zien. Nee dus. De beste spelers zijn verbonden aan clubs in Europa. Denk maar aan Christian Pulisic (AC Milan), Weston McKennie (Juventus) en Anthony Robinson (Fulham). Omdat de twee oefenwedstrijden van deze week (tegen Venezuela en woensdag tegen Costa Rica) geen officiële FIFA-wedstrijden zijn, hoeven clubs geen spelers af te staan. Europese clubs hielden de sterren thuis en dus moest Pochettino vooral selecteren uit de eigen MLS.

Rechterrijtje

Dat is geen topcompetitie. Stelt u zich voor dat Ronald Koeman alleen spelers uit het rechterrijtje van de Eredivisie mocht kiezen. Ik heb die gedachte-oefening even voor u gedaan en dan kwam dus op onderstaande opstelling uit. NEC is hofleverancier met maar liefst vijf basisspelers. Ik vermoed dat dit elftal nog een redelijk goeie kans heeft tegen de Amerikaanse elf die dit weekend in het veld stonden.

Pochettino zal zich wel even achter de oren hebben gekrabd toen ie ’t rijtje spelers zag. Amerika’s duurste bondscoach ooit met een spelersgroep van een niveau dat dat salaris niet rechtvaardigt. Voor de spelers is het ook een rare ervaring: ze weten dat ze een hele kleine kans maken op een plaatsje in de WK-selectie. Dan moeten ze wel heel erg opvallen. En dat deed er eigenlijk maar eentje.

Geen Hoofdbrekens

De 21-jarige Jack McGlynn, die z’n geld verdient in Philadelphia schoot van ruim dertig meter een bal schitterend in de kruising. De keeper zat er niet goed bij, dus ik denk dat Olij ‘m nog wel eens gepakt zou kunnen hebben. Maar goed, dat is wel een moment voor de tv-herhalingen. Het lastige voor McGlynn is dat Amerika’s Europese team bulkt van de goeie spelers: McKennie, Adams, Musah, Reyna en ga zo maar door. Geen kans.

Voorin was de boomlange Patrick Agyemang een behoorlijk goeie stormram. Scoorde ook een mooie goal tussen de benen van de keeper. Gek genoeg heeft hij iets meer kans om mee te gaan naar het WK dan McGlynn. Dat komt omdat de VS voorin een paar opties heeft, maar mocht Pepi of Balogun geblesseerd raken, dan kan het handig zijn om een lange pinchhitter mee te nemen.

Woensdag speelt het team tegen Costa Rica. Kijken of de Amerikanen Pochettino nog hoofdbrekens kunnen bezorgen voor de WK-selectie. Voorlopig niet.